Arkona (Biebob)

/ By :

Het was een lange rit naar het exotische Vosselaar. Om in de stemming te komen: een paar schijven Svartsot en Arkona, what else. Deze grondige voorbereiding werd helaas teniet gedaan door de Turkse popmuziek in de plaatselijke pizzeria, maar dat was niet zo erg. We wisten immers wat ons te wachten stond: drie folk metalbands die zich stuk voor stuk op hun eigen nationale mythologie en taal baseerden en zo een stukje van hun vaderland aan de toeschouwers presenteerden. Vol verwachting over hoe deze verschillende culturele achtergronden zich zouden vertalen in een heel eigen versie van folk metal, schrokten we onze pizza op en betraden we een goed gevulde, maar niet uitverkochte Biebob.

Aktarum (BE)

Omwille van een onduidelijke communicatie over de openingsuren konden we slechts de laatste twee nummers van voorprogramma Aktarum meepikken. Veel kan ik hier dus niet over zeggen, alleen dat deze Waverse trollen op een groot podium heel wat beter tot hun recht komen dan in onze eigen bescheiden Kinky Star. Gekleed in hun gebruikelijke lompen en modderstriemen sprong en beukte het viertal er naar hartenlust op los in een denderende finale van een ongetwijfeld even denderende show.

Svartsot (DE)

Vervolgens was het de beurt aan de Deense Vikings van Svartsot. Een vijftal jaar geleden maakte ik voor het eerst met hen kennis in het beruchte Steegske, bij de promotour van hun tweede album Mulmets Viser onder auspiciën van Niflheim Promotions. Sindsdien bracht de band nog twee albums uit en werden ze een steeds grotere naam in de folkscene, gekend om hun vrolijke humppa-deuntjes en verering van de mannelijke kinbeharing. Tijd dus om te kijken of ze hun puberstreken al verleerd hebben! Veel bombast hoeft er voor Svartsot niet bij te zijn: de heren betraden relaxed het podium, keuvelden wat met elkaar, dronken wat Cara (Cára, for Odin’s sake!), trokken een collectieve gekke bek en trokken prompt van leer met Havfruens Kvad. Zanger Thor Bager danste de gehele show als een dronken boself op zijn kousen in het rond en kroonde zich moeiteloos tot clown van de avond. Ook kreeg het publiek een lesje Deense cultuur. Blijkbaar is “geniet van de seks” Deens voor “schol”, zijn “big titties – oh we LOVE big titties” er een zeer serieuze aangelegenheid (waarschijnlijk hoopten de sloebers met deze wijsheid op een beetje bewijsmateriaal vanuit de zaal, maar helaas, niet iedere band is Steel Panther) en bestaat de belangrijkste religieuze feestdag (midzomernacht) uit drinken en hoereren. Niet dat dit ons zoveel verbaast uiteraard, maar de doedelzakspeler illustreerde het wel mooi door prompt een onschuldige roadie te humpen terwijl die een gitaar klaarzette en zo onbewust zijn kont presenteerde. U hoort het: de sfeer werd beter en beter, hoewel de zaal opvallend rustig bleef. Één eenzame crowdsurfster waagde het erop, tot groot jolijt van de artiesten. Niet veel later barstte uit het niets toch nog een moshpit los, die erg pijnlijk strandde op een over het hoofd gezien verhoogje en zo doodbloedde. Aangekomen bij het laatste nummer besloot zanger Thor zelf wat leven in de brouwerij te brengen: hij dook het publiek in en moshte er op los. Kortom: plezier staat centraal in de shows van Svartsot. Hoewel het vrij rustig bleef, slaagde de baardenclub er opnieuw in om de zaal te enthousiasmeren. Alleen jammer dat sommige van de folk instrumenten niet helemaal doorklonken, ook bij de andere bands.

Metsatöll (EE)

Een pintje later was het tijd voor Metsatöll om het beste van zichzelf te geven. Ik moet bekennen dat ik deze band vooraf slechts zijdelings kende, maar het viel me meteen op dat deze Estse rakkers zeer goede sfeerbrengers zijn. Ze pikten goed in op de opwarming van Svartsot en hielden het gekke er in. Aangezien ook deze band weigert zijn moedertaal achterwege te laten, verstond geen mens ook maar een woord van wat ze uitkraamden. De combinatie van Amon-Amarth-aandoend gebeuk en hypnotiserende doedelzakken zorgde echter voor meer dan voldoende ambiance: iedereen headbangde en brulde er mee op los. Metsatöll zorgde voor stevige metal én mysterieuze mantra’s en zoog het publiek moeiteloos mee in de sfeer die ze wilden scheppen.

Zeer memorabel was Metsaviha 2, waar de band ons meenam naar een maanovergoten offerplaats van het Estse heidendom – het centrale thema van hun muziek. Man van de match hier was Lauri Valurven, die op blote voeten zowat alle instrumenten moeiteloos aan zijn wil onderworp: van gitaar over doedelzak, fluit, citer, keelzang en zelfs een fucking mondharp! Hij schuwde geen duel met de gitarist van dienst en wrong zich foutloos in de vreemdste bochten. Metsatöll is ietwat “serieuzer” in hun muziek dan Svartsot, maar er kan zeker gelachen worden. Het enige wat soms een beetje verveelde was het erg rustig en veel werd er niet gemosht.

 

Arkone (RU)

Tot slot was het langverwachte moment aangebroken wanneer de hoofdact het podium betrad: de Russische horde van Arkona, aangevoerd door Masha Arkhipova. Hier heel wat meer drama dan de jolige entree van Svartsot en Metsatöll: vanuit een sfeervol blauw mistig licht kwamen de artiesten één voor één langzaam en statig uit de coulissen opdoemen. Opvallend was dat Masha en haar troepen de gebruikelijke berenvachten hadden ingeruild voor Assassin’s Creed-pakjes. Gelukkig was het publiek intussen voldoende opgewarmd om het beste van zichzelf te geven: eindelijk braken de eerste grootschalige moshpits en crowdsurfpartijen los. Verbazingwekkend veel mensen hadden zich genoeg moeite getroost om de Russische lyrics van buiten te leren en schreeuwden luidkeels en hyperenthousiast mee. Ook de artiesten smeten zich vanaf het begin vollembak: het regende dubbele basdrums en muzikantenzweet. Arkona heeft intussen al zeven albums uit en heeft dus heel wat variatie te bieden. Van het heetst van de strijd over een drinkgelag tot een feeërieke boswandeling, Arkona laat het je probleemloos voelen, uitstekend begeleid door de lichttechnicus. Arkona neemt zichzelf van alle bands van de avond misschien het meest serieus en de focus ligt iets minder op aardse geneugten, maar sfeer en ambiance brengen kunnen ze nog steeds als de beste!

Conclusie: hoewel Svartsot, Metsatöll en Arkona allemaal folk metal van de bovenste plank maken met quasi exact dezelfde instrumenten, is hun muziek stuk voor stuk authentiek aan hun nationale folklore door andere ritme- en melodiekeuzes en andere vocale nadrukken. Bovenal blijft de folk metalscene echter één community die zich geen bal aantrekt van gezever over culturele verschillen en gewoon een dik feestje bouwt! Stuk voor stuk aanraders voor wie van bier, “dansen” en vrolijke deuntjes houdt.

foto’s door: An-Sofie (AVD.Photography)